CEC: blijf investeren in Oecumene
Elke vijf jaar komt de algemene vergadering van de conferentie van Europese kerken bijeen om beslissingen te nemen over de toekomst. Het is een belangrijk moment van gebed en bezinning op de rol van kerken en christenen in Europa.
De assemblee van de CEC – van 14 tot en met 20 juni in Tallinn – brengt deelnemers uit heel Europa bij elkaar. Ze vertegenwoordigen lidkerken, partnerorganisaties en nationale raden van kerken. Het thema ‘Under God’s blessing, shaping the future’ inspireert hen om, in een oecumenische geest, te overdenken hoe kerken kunnen bijdragen aan de toekomst van Europa. Daarnaast kiezen de gedelegeerden de nieuwe leden van het bestuur, die de komende vijf jaar richting geven aan het werk van de conferentie.
Op weg naar vrede en wederzijds begrip
De Conferentie van Europese Kerken is een samenwerkingsverband van 113 orthodoxe, protestantse, anglicaanse en oud-katholieke kerken uit heel Europa. Plus meer dan 40 nationale raden van kerken en partnerorganisaties. Samen vertegenwoordigen zij meer dan 380 miljoen Europese burgers. De conferentie werd opgericht in 1959. De motivatie daarvoor ontstond in de periode van de Koude Oorlog, toen Europa verdeeld en gefragmenteerd was geraakt. Een groep kerkleiders uit Oost- en West-Europa zochten wegen om de Europese kerken een rol te geven op de weg naar vrede en wederzijds begrip.
Samen met vierendertig andere stewards uit alle hoeken van Europa, zorgden de Nederlandse Rieke, Lizanne en Corniels ervoor dat het achter de schermen van de CEC Assemblee 2023 allemaal soepel is verlopen.
Tijdens deze assemblee van de Conferentie van Europese Kerken (CEC) telden stewards bijvoorbeeld bij stemmingen, wezen ze deelnemers de weg, bouwden ze op en af, zongen in het koor, deden boodschappen en zorgden ze in nog veel andere rollen voor een goed verloop van deze conferentie met ongeveer 300 gedelegeerden en deelnemers uit 40 Europese landen.
Over de vraag of deze assemblee een nuttige bijeenkomst is geweest, zijn deze drie Nederlandse stewards het snel eens: jazeker! ‘Ik heb wel het idee’, deelt Rieke (midden), ‘dat de vorm, alle documenten, moties, procedures enzovoorts een soort excuus vormen om bij elkaar te komen. Ik denk dat de grootste opbrengst ontstaat in de ontmoetingen, in het samenkomen. Daarmee wordt een energie opgewekt waar je iets mee kan.’
Corniels ziet daarbij ook dat die opbrengst ermee zou winnen, wanneer deelnemers de conferentie nóg beter voorbereid en met meer transparantie in zouden stappen. ‘Ik zie dat sommige gedelegeerden hier wat in het diepe terechtkomen. Natuurlijk doen ze hun best om zo goed mogelijk bij te dragen, maar het lijkt me nog beter werken wanneer je van tevoren deelt met welke mensen je komt en wat je aan het licht wilt brengen.’
‘Ik vind het bijzonder om oecumene op Europees niveau mee te maken’, deelt Lizanne (links). ‘En zal daar in mijn kerk, in Vianen, zeker over vertellen. Met een artikel in het kerkblad en bijvoorbeeld bij de koffie na onze diensten. Ik heb hier wat betreft oecumene veel meer meegemaakt dan eerder in Vianen; daar kwam ik bijvoorbeeld wel eens in de baptistengemeente. Ik was me er natuurlijk wel van bewust dat er nog meer vormen van kerk-zijn bestaan, maar hier maak je dat echt mee. Mijn kijk is deze week echt breder geworden.’
‘Ook voor mij was oecumene minder breed dan wat ik hier meemaak’, deelt Corniels, ‘wanneer ik tijdens mijn studie met mensen over oecumene spreek, krijg ik vanuit de verschillende kerkelijke perspectieven wel iets mee, maar dat gaat niet veel verder dan een baptistengemeente of een bepaald deel van de Rooms-Katholieke kerk. Thuis zit ik in een Gereformeerde Bondsgemeente; redelijk strak in de leer. Ik neem van hier mee, dat het heel verrijkend is om uit andere tradities te putten; daar word je niet minder van.’
Het verraste Rieke, positief, hoe benaderbaar de jongeren uit de orthodoxe tradities deze week bleken: ‘Ik had echt leuke gesprekken en met een van hen heb ik het bijvoorbeeld uitgebreid over Maria gehad.’ Voor Corniels zorgde Patriarch Bartholomeüs (270e opvolger van de apostel Andreas en geestelijk leider van 300 miljoen orthodoxe christenen wereldwijd) voor een verrassing: ‘Aan het einde van een viering kon je hem even groeten. Dus ik ging naar hem toe en kreeg een stukje brood en een soort kruisje in handen. Ik gaf hem aan dat ik onzeker was of ik het aan kon nemen, omdat ik geen lid ben. Hij zei: ‘Just take it, just take it.’ Ik nam het aan en later vertelden orthodoxe mede-stewards dat er verschil is tussen de eucharistie en het delen van gezegend brood. Dit was voor de patriarch een manier om toch een zegen mee te geven. Ik vond het bijzonder dat dit, juist door de patriarch zelf, zo kon!’
Wat betreft het bereik van de conferentie tot op regionaal of lokaal niveau zijn er bij de Nederlandse stewards wat twijfels. Corniels: ‘Ik vraag me af in hoeverre de dingen die hier besproken worden, doorwerken in het eigen kerkgenootschap of in de eigen geloofsgemeenschap. Daar heb ik wel vraagtekens bij.’ Rieke vult aan: ‘Ik denk dat er zeker wel een en ander mee naar huis wordt genomen. Maar ik denk dat de meesten hier met een te kleine afvaardiging zijn om er thuis in de eigen kerkgemeenschap mee aan de slag te gaan. Al zal er op bestuurlijk niveau best wat mee gedaan worden. Deze conferentie heeft volgens mij vooral zin voor de mensen die er zelf bij zijn, en minder voor de individuele kerkgemeenschappen in Europa.’
Lizanne, Rieke en Corniels kijken terug op een bijzondere week. Rieke moedigt Nederlandse oecumenische organisaties aan: ‘Ik vind het heel belangrijk dat wij hier als jongeren zijn. Zelf wist ik bijvoorbeeld niet dat de CEC bestaat en ik ben er nu wel erg in geïnteresseerd. Door ons mee te nemen, zoals hier, als stewards, hou je het jong en dat is over het algemeen sowieso een uitdaging voor kerken. Blijf investeren in de oecumene!’